Planschade en nadeelcompensatie

Niet voldoende aannemelijk gemaakt dat causaal verband ontbreekt bij nadeelcompensatie

Daan de Wolf

De casus

Een veiligheidsregio heeft een jongerencamping aangewezen als een locatie waar het voor een ieder verboden is zich te bevinden. Tevens werd bepaald dat met onmiddellijke ingang geen nieuwe gasten mochten worden toegelaten. Dit besluit was genomen in het kader van de coronapandemie. Het aanwijzingsbesluit werd genomen twee weken voor het einde van het hoofdseizoen.

Het geschil

De campingeigenaar vordert nadeelcompensatie wegens misgelopen inkomsten, afkomstig uit de campingexploitatie, de horecagelegenheden en de verkoop van merchandise. De veiligheidsregio wijst dit verzoek af, stellende dat er geen causaal verband bestaat tussen het besluit en de gestelde schade.

De context

Voor de aanwezigheid van causaal verband is vereist dat de handeling van het bestuursorgaan een noodzakelijke voorwaarde is voor het ontstaan van de schade, ook wel het conditio sine qua non-verband genoemd. De bewijslast ligt bij de verzoeker die gegevens moet overleggen die het bestuursorgaan nodig heeft om te kunnen vaststellen of hij de gestelde geleden schade heeft geleden en of deze schade het gevolg is van het gestelde schadeveroorzakende rechtmatige besluit. Betwist het bestuursorgaan het bestaan van een het causale verband dan zal zij aannemelijk moeten maken dat een andere oorzaak debet was aan de gestelde schade. De schade moet worden vastgesteld door een vergelijking te maken tussen de werkelijke situatie en de hypothetische situatie dat de beweerdelijk schadeveroorzakende gedraging achterwege was gebleven. Dat betekent in dit geval dat een vergelijking moet worden gemaakt tussen de situatie waarin eiseres in werkelijkheid na het aanwijzingsbesluit verkeert en de hypothetische situatie waarin zij zich zou hebben bevonden in het geval dat het beweerdelijk schadeveroorzakende besluit achterwege was gebleven.

Het oordeel

De rechtbank is van oordeel dat de veiligheidsregio onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het causaal verband ontbreekt. Voorafgaand aan het aanwijzingsbesluit heeft overleg plaatsgevonden tussen de campingeigenaar en de veiligheidsregio. Volgens de campingeigenaar heeft zij tijdens dit gesprek, onder druk, toegezegd mee te zullen werken aan een eventuele sluiting van de camping, indien daartoe een besluit zou worden genomen. Tussen dit overleg en de vaststelling van het aanwijzingsbesluit heeft de campingeigenaar echter geen stappen ondernomen om uit eigen beweging nieuwe gasten te weren of de camping te sluiten. Voorts overweegt de rechtbank dat uit het feit dat de veiligheidsregio uiteindelijk toch overging tot het nemen van een formeel aanwijzingsbesluit, blijkt dat zij zelf ook niet de overtuiging had dat sluiting van de camping zonder een dergelijk besluit zou plaatsvinden.

De rechtbank concludeert dat er sprake is van causaal verband tussen het aanwijzingsbesluit en de schade die de campingeigenaar heeft geleden als gevolg van de sluiting. De afwijzing van het verzoek om nadeelcompensatie wordt dan ook vernietigd.

Terug naar overzicht

Relevante diensten